Op 16 januari 2019 stelde minister Cora van Nieuwenhuizen het Kierbesluit officieel in werking. Sindsdien blijft na het spuien, bij opkomend tij, blijft één schuif ongeveer één meter open staan om vis te laten passeren.
Het Kiersbesluit bevordert de vistrek tot ver stroomopwaart. Bovendien wordt het westelijk deel van het Harlingvliet zouter. Een ideale leefomgeving voor trekvissen, zoutmindende planten en vogels die hier foerageren. Een heuse impuls voor de biodiversiteit.
In welke mate trekvissen een estuarium nodig hebben, verschilt per soort. Sommige vissen verblijven er heel kort, terwijl andere vissen een brak milieu nodig hebben om zich geleidelijk aan aan het zoute water aan te passen. Denk daarbij aan de Atlantische zalm. Andere trekvissen verblijven er lang. Ze groeien in brak water op, voordat ze de zee optrekken. De Europese steur is zo’n soort. Hij is daarom in het Droomfondsproject Haringvliet opgevoerd als hét symbool voor een succesvol herstel van het Haringvliet-estuarium.
De zeventien sluizen van de Haringvlietdam kunnen op verschillende manieren worden opengezet. Rijkswaterstaat doet stapsgewijs onderzoek om er achter te komen wat de beste manier is. Dit heet lerend implementeren. Met een uitgebreid onderzoeks- en monitoringsprogramma brengt dezelfde instantie in kaart wat welke invloed het kierbesluit heeft op de zoetwaterwinning, de waterveiligheid, de scheepvaart en de natuur.