De ene trekvis is belangrijk voor de voedselketen. Een andere wordt met uitsterven bedreigd. Weer andere soorten zijn zeldzaam of iconisch. Wanneer, hoe vaak en hoe lang ze op zoet of zout water aangewezen zijn verschilt ook per soort. Net als hoe ver ze landinwaarts of stroomopwaarts trekken. Maar één ding hebben ze gemeen: alle trekvissen zijn aangewezen op een obstakelvrije doortocht. Een kijkje in de keuken van de belangrijkste soorten die migreren tussen zoet en zout water. Soorten die we als vrienden van de BlijeVis weer leefruimte en toekomst willen bieden.
Rivierprik
De rivierprik is een bijzondere vis. Hij heeft geen kaken. De naam doet het al vermoeden: in plaats van kaken bezit hij een schijf met scherpe tandjes. Kaakloze vissen zwemmen al 500 miljoen jaar rond, lang voordat er ook maar een ‘gewone’ vis bestond!
→ Lees meer
Spiering
De spiering wordt niet voor niets ook wel komkommervisje genoemd. Hij ruikt namelijk naar een komkommer! Kleine exemplaren ruiken sterker naar komkommer dan grote. De trekkende spiering heeft last van migratiebarrières, zoals sluizen, dammen en dijken. Gelukkig zijn oplossingen in zicht en kunnen we ook deze spiering in de nabije toekomst weer verwelkomen in het binnenwater.
→ Lees meer
Houting
De houting stierf aan het begin van de twintigste eeuw uit in de Rijn door een combinatie van factoren, waaronder de slechte waterkwaliteit, overbevissing en obstakels. Na een succesvolle herintroductie in het Duitse deel van de Rijn wordt hij vaker gesignaleerd in ons land. Oplossingen, zoals de aanleg van de Vismigratierivier, zullen de houting verder op weg helpen.
→ Lees meer
Fint
De fint behoort tot de familie van de haringen. In ons land paaide hij in het verleden massaal in de benedenlopen van de Rijn en de Maas. Aan het begin van de twintigste eeuw werden jaarlijks meer dan een miljoen finten gevangen! Obstakels, zoals dammen en stuwen, zorgden er echter voor dat we de soort nog zelden in onze binnenwateren aantreffen. Het op een kier zetten van de Haringvlietdam geeft de fint wellicht weer een toekomst binnen onze landsgrenzen.
→ Lees meer
Elft
De elft behoort tot de familie van de haringen en leeft, net als zijn verwanten, het grootste deel van zijn leven op zee. De soort heeft het erg moeilijk in Europa. Net als de zalm en de steur kan hij zijn paaiplaatsen ver stroomopwaarts niet goed bereiken door obstakels, zoals dammen, stuwen en sluizen. Ook een geleidelijke zoet-zoutovergang is erg belangrijk voor deze vis. In Nederland treffen we de soort al jaren niet meer aan. De aanleg van de Vismigratierivier kan daar verandering in brengen.
→ Lees meer
Driedoornige stekelbaars
De driedoornige stekelbaars kan overleven in zowel zoet, zout als brak water. Vooral de anadrome soort kreeg het de afgelopen decennia moeilijk door de aanleg van dijken, dammen en andere obstakels. Deze stekelbaars is een belangrijke voedselbron voor andere (trek)vissen en visetende vogels. De achteruitgang van deze populatie is dus een slecht teken voor het ecosysteem. Migratievoorzieningen, zoals vispassages, moeten er voor zorgen dat deze stekelbaars weer aan een opmars kan beginnen.
→ Lees meer
Bot
De bot is een platvis. Hij zwemt letterlijk plat (horizontaal) over de bodem. Door zijn schutkleur kun je hem nauwelijks van de bodem onderscheiden. Bovendien graaft hij zich vaak in om ontdekking te voorkomen. Platvissen zijn meestal zeevissen. De bot is daarop een uitzondering, want hij overleeft ook in zoet water. Vooral de jonge vissen zwemmen soms honderden kilometers landinwaarts. De bot voelt zich wel het beste thuis in ondiep kustwater en riviermondingen. Hij paait op zee.
→ Lees meer
Europese steur
De Europese steur is een echte oervis. Hij behoort tot één van de oudste nu nog levende visfamilies. Er zijn fossielen gevonden van 220 miljoen jaar oud. De steur leefde dus al in de tijd van de dinosaurus! Het is de grootste vis die we in Nederland kennen. Hij was lang afwezig, maar er wordt gewerkt aan een ware comeback.
→ Lees meer
Zalm
Een volwassen zalm trekt vanuit zee stroomopwaarts om zich voort te planten. Het is een zeer goede zwemmer die duizenden kilometers kan afleggen. De zalm kan ook heel hoog springen om hindernissen te nemen. Wel tot anderhalf meter boven water. Dat is helaas niet genoeg om hoge dammen en brede dijken te passeren. Gelukkig wordt er ook in ons land gewerkt aan oplossingen.
→ Lees meer
Zeeprik
De zeeprik is geen vis zoals wij die kennen. Het is een ‘rondbek’, een kaakloze vis. In plaats van kaken heeft hij een zuigmond met rijen zaagtandjes. De zeeprik heeft ook geen graten, maar kraakbeen in zijn lijf. Kaakloze vissen zijn al 500 miljoen jaar oud en zwommen rond voordat er vissen bestonden zoals we die nu kennen.
→ Lees meer
Zeeforel
De zeeforel lijkt in zowel qua uiterlijk als gedrag veel op de Atlantische zalm. En net als de zalm heeft ook hij last van obstakels op de weg naar de paaiplaatsen. Hierdoor ging het lang niet goed met de soort. Verschillende maatregelen, waaronder het aanleggen van vistrappen, de Vismigratierivier en visvriendelijke spuien moeten het tij ten goede keren.
→ Lees meer
Europese aal
De Europese aal (of paling) is een ware trekvis. Tijdens zijn leven maakt hij twee keer een enorme reis over de Atlantische Oceaan. Eerst trekt hij van zijn geboortegrond, de Sargassozee, naar de kust om uiteindelijk het binnenwater op te zwemmen. Zodra hij geslachtsrijp is trekt hij weer naar de Sargassozee om daar te paaien én vervolgens te sterven.
→ Lees meer
Onze sponsoren
Zonder de vrienden van de BlijeVis zouden we dit niet kunnen doen.