De grote rivieren zijn en de zee zijn in onze delta bereikbaar via de Nieuwe Waterweg, het Haringvliet en het IJsselmeer. In het Noorden van het land vormen de stuwen in de Afsluitdijk een belangrijke hindernis, maar met aangepast sluisbeheer (visvriendelijk spuien) kan deze barrière zo nu en dan toch worden genomen. Met name door sterke zwemmers. Met de aanstaande aanleg van de Vismigratierivier, komt een geweldige oplossing in zicht. Vanaf 2023 kunnen alle vissen de Afsluitdijk weer passeren.
Een soortgelijk beeld zien we na het besluit om de Haringvlietsluizen zo nu en dan op een kier te zetten. Daardoor kunnen trekvissen als de zalm en steur deze hindernis weer nemen. En minstens zo belangrijk: er ontstaat een brak milieu waar soorten kunnen opgroeien en aan de overgang tussen zoet en zout kunnen wennen. Bovendien krijgt het Haringvliet deels zijn oorspronkelijke, zilte vegetatie weer terug en kunnen vogels er weer naar hartelust broeden en foerageren.
Dit zijn ingrepen, waar het hele achterland van profiteert. Wat het extra zinvol maakt om ook daar aan de slag te gaan. Met bestaande oplossingen als de aanleg van vispassages, vistrappen en het opruimen van hindernissen. Maar ook met innovatieve oplossingen als de vislift, waarmee ook de waterkwaliteit en vistrek wordt gevolgd. En wie weet zet de aanleg van de Vismigratierivier ook andere regio’s en landen aan tot dergelijke, ingrijpende maatregelen. Als het aan de BlijeVis ligt, zeker wel.