Riviertrekvis zoekt de stroming op

Door de aanleg van stuwen veranderen natuurlijk stromende beken en rivieren in een serie langzaam stromende wateren. De aanleg van lange geulen die de stuwen omzeilen laat het water weer sneller stromen en dat is precies wat riviertrekvissen nodig hebben. Dat blijkt uit Swimways-onderzoek in de Overijsselse Vecht.

 

Natuurlijke rivier

 

Stromend water biedt riviervissen een natuurlijke leefomgeving, zegt Jan Kamman, Hoofd Onderzoek en Advisering bij Sportvisserij Nederland. ´Zonder stroming krijg je vissoorten die in meren en kanalen thuishoren. De stroming wijst riviertrekvissen ook de weg maar hun paaiplaatsen. In de geulen die zijn aangelegd langs stuwen in de Vecht, stroomt het water weer relatief snel. Daar komen typische riviervissoorten terug. Verschillende soorten trekvissen gebruiken de geulen om stroomopwaarts te komen.´

Vispassages zijn voor een aantal vissoorten effectief, maar niet voor allemaal, voegt Kamman daaraan toe: ´Soorten als houting en kwabaal er komen niet langs. Bovendien zijn de passages relatief klein. Een stromende parallelgeul is natuurlijker en werkt veel beter voor die trekvissoorten.’

 

Van Ketelmeer tot ver in Duitsland

 

Het onderzoek in de Overijsselse Vecht is uitgevoerd door Sportvisserij Nederland in opdracht van Waterschap Vechtstromen en past in het grotere verband van het Europese Life IP-project. De onderzoekers voorzagen 257 vissen van een zender en volgden die van het Ketelmeer tot ver in Duitsland en weer terug. Kamman: ‘In het stroomgebied van de Vecht hebben we 52 ontvangers geplaatst om tot in detail de gemerkte vissen te kunnen volgen. We brengen hun trekroutes in kaart en bekijken welke obstakels ze onderweg tegenkomen. Zo werkt Swimways-onderzoek. We kijken naar het totale systeem.’

 

Houting en kwabaal

 

Er zijn vijf soorten vis gezenderd: 60 schieralen, 113 windes, 8 zeeforellen, 61 houtingen en 15 kwabalen. Kamman: ‘Mooi dat we zoveel houtingen en kwabalen konden zenderen. Dat bewijst dat het voorzichtig beter gaat met de Overijsselse Vecht. We werken nu aan een eindverslag voor Life IP, maar het onderzoek gaat verder, want de gebruikte zenders doen het drie jaar. Er zwemmen nog veel gezenderde vissen rond en die blijven interessante gegevens leveren.’

 

De rest van de natuur profiteert mee. Langs de geulen duikt overal groen op en Kamman zag er bijvoorbeeld ijsvogels en oeverzwaluwen die gebruik maken van de steile zandoevers voor hun nesten. On-Nederlands is het daar: ‘Of misschien zoals een Nederlandse rivier er een paar honderd jaar geleden uitzag. Ga maar kijken bij de brug bij Junne, even verderop kun je de stuw vinden.’

 

Alle stuwen beter passeerbaar

 

Een wens heeft Kamman nog wel: ‘De huidige geulen zijn stroomopwaarts gegraven. Stroomafwaarts liggen nog stuwen die slecht vispasseerbaar zijn. Het zou mooi zijn als die ook een parallelgeul kregen.’